Zijnsberoep
- Froukje Jackson

- 27 jan 2024
- 2 minuten om te lezen
Mijn vader is eind 2023 met pensioen gegaan. Hij heeft 44 jaar als fysiotherapeut/haptotherapeut volgemaakt en begint nu aan de volgende fase in zijn leven. De behandeling van zijn patiënten heeft hij afgerond of overgedragen. Ik ben benieuwd hoe hij zijn tijd gaat invullen, want zowel zijn werk als dat van mij, kan gezien worden als ‘zijnsberoep’. Waar een timmerman als gereedschap een hamer heeft, en een bloemiste bloemen, fungeren wij als ons eigen instrument. Uiterlijk gezien zijn de mens als therapeut, en de mens die in de supermarkt rondloopt, dezelfde.
Het doet me denken aan mijn sessies met Johannes, een kwieke veertiger die door een samenloop van omstandigheden zijn werk als dominee niet meer kon uitoefenen. Het viel hem zwaar. Sinds het moment dat hij de Predikantsopleiding aan de Theologische Universiteit was gestart, had zijn leven in teken gestaan van het geloof. Na invalwerk bij een aantal verschillende kerken, ging zijn droom in vervulling en kreeg hij de leiding over een klein kerkje in Drenthe. Hij legde zich vol toewijding toe op zijn taak en genoot van elk moment. Naarmate de tijd vorderde, merkte hij steeds meer dat zijn eigen tijd in het gedrang kwam. Hij was altijd vrij op maandag, en probeerde de zaterdag vrij te houden om zijn preek voor te bereiden. Maar als er iemand overleed, en de dienst vond plaats op maandag, dan kostte hem dat zijn vrije dag. En in het kleine dorpje waar hij woonde, zag men hem ook bij de groenteboer en op de voetbalclub als ‘de dominee’. Daardoor had hij vele werkgerelateerde praatjes in zijn vrije tijd. In het begin vond hij het niet erg. Het vervulde hem met trots dat hij gehoor had gegeven aan deze belangrijke roeping, en dat hij van waarde kon zijn voor zijn gemeente. Toen zijn vrouw een miskraam kreeg, werd hij somber en had hij de neiging sociale contacten uit de weg te gaan. Aan de buitenkant was hem dit niet aan te zien. Op het schoolplein zag hij er nog steeds uit als de bekende dominee, maar vanbinnen voelde hij zich als een Grieks ezeltje, dag na dag loyaal de zonovergoten berg opklimmend voor zijn eigenaar, telkens met meer lasten op zijn rug, totdat hij uiteindelijk door zijn hoeven zakt. Hij was op. Hoe graag hij ook wilde: hij kon niet meer. Het stelde Johannes voor de uitdaging zijn leven anders in te richten. Zichzelf los te koppelen van zijn beroep, zodat hij niet alleen zijn beroep ís, maar een mens mét een beroep. En jij. Wie ben jij zonder beroep?




